In ons huidige smakenpalet gaan we meestal uit van de vier hoofdsmaken zoet, zuur, zout en bitter. De andere twee smaken – scherp en wrang – lijken een beetje op de achtergrond te staan. Toch hebben ook die twee smaken in de westerse geschiedenis van koken en geneeskunde een rol gespeeld.
Zo heeft de klassieke filosoof Plato uit het oude Griekenland het over dezelfde zes smaken als we in ayurveda tegenkomen. Het is interessant dat zowel de traditionele westerse natuurgeneeskunde als de oosterse ayurveda-geneeskunde uitgingen en uitgaan van het bestaan van eenzelfde zestal smaken. Hoewel je de vijf elementen theoretisch in meer dan zes tweetalen kan opdelen, is het blijkbaar voor het menselijk lichaam een vaststaand gegeven dat precies die zes tweetallen in de vorm van de bekende zes smaken van belang zijn of volstaan. Dat zestal reflecteert zich in de zes smaakgebieden op de menselijke tong.